30 juli 2007

Ik hoor...

Zo zit je er nooit, en zo kom je er twee keer per week. Bij de dokter...
Nee, de kids zijn gelukkig weer okee, maar voor de verandering was Mama aan de beurt. En hoe...


Ik heb al weken last van mijn oren. Ze lijken een beetje dicht te zitten; de ettelijke schoonmaakbeurtjes met de oorwatjes helpen niet echt. Klaren ook al niet, ik krijg alleen maar oorpijn van dat geknijp in mijn neus. Een maand of twee geleden had ik er ook al last van. Toen ging het na wat gewriemel in mijn oren vanzelf weer over.

Deze keer niet. In eerste instantie heb ik het niet eens zo door. Ik mopper een paar keer op Bastiaan, omdat ie ineens zo onduidelijk praat. Arme Bas.
Al snel wordt duidelijk waar het probleem ligt. Tegen die tijd is mijn gehoor behoorlijk achteruit gehold. Ik hol dus naar de huisarts...

Het worden drie bezoekjes in anderhalve week. En angstige dagen voor mij, want geen van de medicijntjes helpen. Integendeel, het wordt erger.
Voor het eerst krijg ik een idee van wat het betekent als je weinig of niets hoort. Het is griezelig, vermoeiend en deprimerend. De kinderen merken er gelukkig weinig van, Bastiaan natuurlijk wel. ' Wat zeg je?' is het eerste antwoord dat hij krijgt op elke poging om met mij een gesprek te voeren. 's Avonds ben ik doodmoe. Op het werk, thuis en elders, het is overal een gevecht om te begrijpen waar het allemaal over gaat.

Zondag geeft mijn rechteroor het op. Ik hoor rechts helemaal niets meer, links doet weinig, en dan slaat de paniek echt toe. Want volgens de arts had de bruisdruppel de oren zowat schoongeveegd, ze moesten nu wel open zijn. Niet dus...

Maandagochtend zit ik weer bij de huisarts. Ik hoef gelukkig weinig uit te leggen, vijf minuten later loop ik met een spoedverwijsbrief de deur uit.
Wonder boven wonder kan ik dezelfde dag bij de KNO-arts terecht. Echt een wonder, want hij is één van de twee (ja, 2. Twee!!!) KNO-artsen die Suriname telt. Druk, druk, druk, dus.
Ik moet me om kwart over twaalf aanmelden. Als ik binnenstap zitten er nog twaalf mensen te wachten.
Ik heb een boek mee, maar durf niet te lezen. Ik hang aan de lippen van de assistente, stel je voor dat ik het niet hoor als ze me naar binnen roept...
Vlot vliegt de één na de ander naar binnen, en na drie kwartier ben ik aan de beurt. De doc oogt een beetje moe en chagrijnig. Kan ik me voorstellen, hij heeft vast al een stuk of honderd patiënten gezien vandaag.
Hij kijkt even verbaasd als ik mijn hand uitsteek en me voorstel. Dat doen ze hier meestal niet bij de dokter (maakt het extra leuk om het wel te doen, hihihi).
Anyway, ik doe mijn verhaal en dan mag ik op de onderzoekstafel. De KNO-arts heeft natuurlijk modernere apparatuur dan de huisarts, ziet dus al snel dat de oren nog niet helemaal schoon zijn. Het trommelvlies is geblokkeerd. Met een flinterdun stofzuigerbuisje gaat hij aan de gang, binnen vijf minuten is hij klaar. Daarna propt hij er een watje in, dat moet even blijven zitten.
De oren zijn prima, verzekert de arts me, maar als de klachten aanhouden mag ik volgende week terugkomen voor een hoortest.
Zijn ogen lichten op als ik hem sterkte toewens met zijn superdrukke baan. Zelfs een specialist kan wel een opkikkertje gebruiken, nietwaar?

Tien minuten later gaan de watjes eruit. En kan ik weer genieten van het getetter van mijn kinderen, die me bij Opa en Oma opwachten. Ja, ik hoor! Mijn oren voelen wat beurs aan van binnen, af en toe steekt het, maar ik hoor weer goed.
Wat een herrie in de wereld! Vogels, de wind, de radio, mensen, getoeter, gezang vanuit de moskee, kinderen die roepen vanuit hun bed. Heerlijk!

Geen opmerkingen: