25 februari 2007

De lijndienst en een rode kop...

Afgelopen woensdag en donderdag was ik weer in het binnenland voor mijn werk bij de Medische Zending. Omdat er in het gebied waar ik heen ging een Cubaanse delegatie rondgeleid werd was de arts met wie ik samen de dorpentocht ging doen al vooruit gegaan. Zij was vanaf een paar lager gelegen posten met de Cubaanse delegatie naar Ladouani gevaren. Ik zou ze hier op woensdag ontmoeten. De Cubaanse delegatie was naar wat bleek nog niet op volle sterkte. Het was het hoofd van een artsenmissie die zich kwam oriënteren op de vraag naar artsen in het binnenland.
De huidige regering heeft met een minister van volksgezondheid die uit het binnenland afkomstig is, meer aandacht voor de ontwikkelingen in dit gebied. In het verleden zijn er ook al eens Cubaanse artsen hier geweest, dat is toen niet helemaal goed gegaan, vandaar dat ze het nu goed voorbereiden. De missie wordt begeleid door de secretaris van de minister, een aardige boslandcreoolse man met een open mind en veel parate kennis. De Cubaanse arts is een internist welke in de stad in een ziekenhuis gaat werken maar coordineert het werk voor een drietal artsen wat in dit gebied gaat werken. Communicatie vindt plaats in het engels en hier en daar wat spaanse en handen en voeten aanvullingen.

Omdat ik me later bij dit gezelschap zou aansluiten is er een zogenaamde lijndienst vlucht voor me geregeld. Deze vertrekt elke woensdag vanuit de stad en doet dan een aantal dorpen met airstrip aan in het Boven Suriname gebied. Het toestel is een oude Antonov waar zo’n 20 man in kunnen. Het zijn de toestellen die in Europa niet meer mogen landen, maar hier nog dagelijks dienst doen. Het schijnt dat de Antonov fabriek voor de toestellen van deze maatschappijen geen veiligheidsgarantie meer af kan geven omdat ze voor service niet terug komen naar de fabriek in Rusland. Tja, daar zit je dan in zo’n dubbelprops herriemachine. Voor mijn stoeltje hangt een oud vergeeld veiligheidsinstructielijstje waarop de uitgangen vermeld staan en dat er zwemvesten onder de stoel liggen. Nu heb je daar niet zoveel aan wanneer je boven de jungle vliegt, of ze moeten hun noodlandingen in het stuwmeer plannen. Maar de stoelen in dit toestel zijn klapbankjes, en daar ligt helemaal niets onder behalve dan de bagage die in overvloed wordt meegenomen…

Ik had ‘s morgens nog contact gehad over de vertrektijd, het zou 10 uur worden! Dat is mooi, het is minder dan een uur vliegen dus ik ben bijtijds op de post zodat ik nog een goede werkdag voor me heb. Na het inchecken kreeg ik echter al te horen dat de vlucht pas om 11.30 u zou aanvangen. Het is wat ze noemen een lijndienst, maar het is gewoon een ordinaire particuliere busroute waarbij ze pas vertrekken als de laatste zitplaats verkocht is! Om 11 uur zie ik een toestel binnenkomen en uitgeladen worden, om 11.30 is de piloot nog nergens te vinden en pas rond 12.30 u worden we geroepen om ons bij het toestel te melden. De helft van het pilotenduo is vrouwelijk, en dat geeft ondanks alle andere factoren toch een veilig gevoel. Het toestel vult zich met boslandcreolen en twee Braziliaanse dames. Ze vliegen dan eerst naar Godo Holo, hier gaan alle overige passagiers er uit. Na twintig minuten van uitladen van alle spullen (voornamelijk proviand van de Braziliaanse dames die waarschijnlijk de goudzoekende mannen met een en ander gaan bevoorraden), mag ik weer terug in het nu lege toestel om terug te vliegen (we zijn Ladouani namelijk al voorbij) naar mijn plaats van bestemming. Maar nee, de lijndienst gaat eerst nog even naar Botopasi, een dorpje halverwege, waar nog een klein pakketje wordt afgegeven en een meneer mee verder gaat naar Ladouani. Hier mag ik er dan eindelijk uit en geeft mijn klok ondertussen half 4 aan…

Bij de dokterswoning zit de arts met de Cubaanse collega en de secretaris van de minister al te wachten. Ik had een vergadering gepland staan met mensen van dorpen uit de buurt, om over het door mij te lanceren beweegplan te praten. Gelukkig hebben ze in deze omgeving nooit haast en hebben alle mensen braaf op mij gewacht en start de vergadering 5 minuten na mijn landing in een open hut langs de rivier.
De groep, Da Mau genoemd (letterlijk geef elkaar de hand) is door de Medische Zending opgeleid als Village Health Promotors. Het zijn jonge vrijwilligers die allerlei activiteiten op het gebied van voorlichting en preventie onder hun hoede hebben. Hierbij kun je denken aan Aids en ander SOA, maar ook gezond en gevarieerd eten en hoe om te gaan met afval. Deze groep mensen willen we enthousiast krijgen voor het beweegplan en dat lijkt ook te gaan lukken. Zij zullen straks stuwende krachten aandragen die de verschillende sportactiviteiten gaan coordineren. Over een maand gaan we hun huiswerk evalueren en kijken of het plan daadwerkelijk kan starten.
’s Avonds eten we mijn vers meegebrachte klaroen van Hugo en boulanger (aubergine) uit eigen tuin. Op de veranda van de bouwvallige dokterswoning babbelen we nog wat over allerlei zaken die verbeterd moeten worden in dit gebied, je krijgt ten slotte niet elke dag de secretaris van de minister op bezoek!

De volgende dag staat in het teken van patiënten zien. We gaan van Ladouani naar Pokigron en doen onderweg nog verschillende kleine poliklinieken aan. Overal hebben de GZA’s (gezondheidsassistenten) patiënten voor me laten komen en kan ik veel gevallen met snelle interventies mensen verder helpen. Op Pokigron wordt er een oudere man gebracht in een kruiwagen en op de onderzoekstafel getild. Hij kan sinds een week niet meer lopen en heeft pijn in zijn linker been. Ik vermoed een blokkade van het SI-gewricht en na testen blijkt dit ook zo te zijn. Met behulp van de GZA laat ik de man een paar bewegingen maken en mobiliseer ik zijn gewricht. Hij mag gaan staan en wil een stok pakken maar merkt dat het niet eens nodig is. De man loopt onder luid applaus van de aanwezige patiënten naar buiten!
Dit zijn natuurlijk de krenten uit de pap, maar je moet er ook niet te lang bij stil staan wat er gebeurt wanneer zo’n 70-plusser een maand plat blijft omdat bewegen pijnlijk is, dan zal lopen wel eens definitief over zijn… Er is dus nog veel te doen op het gebied van scholing en instructies.
Wanneer ik met de arts terug vaar naar Ladouani merk ik dat ik mijn vergeten petje wel erg mis, de zon brandt op mijn hoofd en in het kleine open bootje is schaduw niet te vinden. Bij aankomst op Ladouani staat het vliegtuigje van de MAF na een half uurtje al gereed voor vertrek. Op naar de stad, waar ik die zelfde avond nog een trainingsgroep heb in de praktijk. Bij thuiskomst om 10 uur ’s avonds gloeit de rode kop na, maar het gevoel is verder goed. Ik denk dat er weinig collega’s op zo veel verschillende plaatsen mensen hebben kunnen helpen.

1 opmerking:

Anoniem zei

Hallo Bastiaan,
als ik eventueel als vrijwilligster mee kan naar de binnenlanden voor de vaccinatie campagne, willen ze dan ook mijn diploma's zien?
'Vóór de 15e moet ik dat weten, want ......IK KOM ER AAN!!!!!!!