29 oktober 2006

Uit de Surinaamse keuken

Een bijzonder belangrijk deel van onze inburgering, de keuken, dat blijkt bijna elke dag weer. En zelfs als remigrant sta ik af en toe verbaasd te kijken.

Eten is hier echt onderdeel van de cultuur, dat wisten we wel. Welke etnische achtergrond ze ook hebben, Surinamers nemen de maaltijd bloedserieus en maken er werk van! Als (waarschijnlijk enige) uitzondering op deze regel kan ik daar knap zenuwachtig van worden…

Ons eerste (kinder)feestje in de straat maakt het weer eens duidelijk. We stappen er binnen en mogen vrijwel meteen opscheppen. Stomverbaasd kijk ik naar de lange tafel vol lekkernijen. Roti, bami, nasi, met alles erop en eraan in enorme hoeveelheden. Naast de taart van 50 x 50 cm komen verschillende zoete en hartige hapjes voorbij. En dat voor een kinderfeestje!
De schrik slaat me om het hart. Want dit lijkt geen uitzondering te zijn tegenwoordig. Elk feestje waar we tot nu toe heen zijn geweest geeft hetzelfde beeld. Wat voor gelegenheid het ook is, er staan altijd bakken vol verschillende gerechten, alsof er een heel leger wordt verwacht. Ik ken de Surinaamse feestjes in Nederland en Suriname, dus ik ben wel wat gewend. Maar dit?

Zelfs de traktatie op school is ruimschoots; een meiske van twee trakteert op Barbietaart, pakjes sap en als meenemertje een mooie beker vol snoepjes. Een verbaasde Bastiaan staat met twee propvolle rugzakjes in de hand en krijgt van de juf te horen dat ‘ het tegenwoordig zo gaat’.
Ik kan me echt niet herinneren dat het allemaal zo overvloedig was, dus raadpleeg ik mijn moeder. Dat klopt, zegt die, dat is iets van de laatste jaren. Eten is blijkbaar alleen maar belangrijker geworden.
Heerlijk toch? zegt Bastiaan. Ja natuurlijk, het is allemaal even lekker, dus we genieten volop.

Maar over twee weken is er bij ons één jarig…Sietse wordt drie! Wordt dan hetzelfde van ons verwacht? Hellep!!! Hellep!!! Ik zie me al zweten in de keuken…ik krijg al een opvlieger bij het idee.
Stiekem ben ik dus een beetje blij als de graafwerkzaamheden op de 26e oktober beginnen. Daardoor kan ik niet groots vieren dat ik op die dag precies 504 maanden oud ben. We genieten wel van het verjaardagscadeau van mijn ouders, een heerlijke pom van moeders hand!

Begrijp me goed, ik vind het heerlijk om gasten te ontvangen. Maar de culinaire organisatie eromheen is voor mij altijd een bron van stress! Gelukkig vindt Bastiaan het allemaal wel leuk. En we zijn het erover eens dat van ons niet heel overvloedig hoeft. Een beetje minder is ook lekker. Nee, da’s geen Hollandse zuinigheid…het is zo zonde als je met eten blijft zitten omdat het zoveel is dat je gasten niet de helft kunnen opmaken.
Soms moet je dan eten weggooien, terwijl elders, dichtbij en ver weg, mensen met een lege maag gaan slapen. Oftewel, wie bij ons komt feesten zal genoeg lekker eten vinden, maar niet teveel. Prima toch?

Wat we wel in overvloed aan iedereen zullen aanbieden is: fruit!

Nu nog niet, de boompjes hebben nog wat tijd nodig. En wat mest, Bastiaan is de afgelopen dagen druk bezig geweest ze bij te voeden. Pittige klus, want we hebben er een stuk of 60…
We nemen vandaag ook nog een kijkje op een landbouwtentoonstelling. En komen natuurlijk met wat plantmateriaal thuis. Een leuk sierplantje, Grape fruit, Pompelmoes, Pon Pon (een grote mandarijnvariant) en Gele King, een zoete sinaasappelsoort.

Het planten heeft natuurlijk wel wat voeten in de aarde. Men neme: zeer droge kleigrond waar je met de schop bijna niet doorheen komt. Een grote zak zwarte aarde, een zakje blauwkorrel (kunstmest), en twee wijsneuzen zonder tuinbouwachtergrond die allebei denken te weten hoe het moet. Gooi deze ingrediënten bij elkaar op een hete zondagmiddag en er komt het volgende uit:

‘Wat extra zwarte aarde in het plantgat, graag. Da’s goed voor de wortels.’
‘Nee, je moet extra zwarte aarde erbovenop doen als het plantgat dicht is. Anders loopt het weg als het regent’.

‘Nee, de blauwkorrel moet niet te dichtbij de plant! Anders verbrandt ie.’
‘Nee, de blauwkorrel moet juist niet te ver van de wortels af. Anders kunnen die de voeding niet opnemen.’

Tja…

ps.
De plantjes staan inmiddels keurig in de grond en zullen vast heerlijke vruchten afwerpen!
Tot die tijd kopen we fruit in de buurt en doen we het met fruitgiften.
Zoals de gift van een patiënt van Bastiaan, die komt op een avond langs met een zak vol sinaasappels. Ik moet er wel om lachen, het is een grappige ‘betaling’.
Het verzoek om het beroep van fysiotherapeut te mogen uitoefenen is nog in behandeling bij het ministerie van Volksgezondheid. Dat betekent dat Bastiaan nog geen betaling vraagt voor zijn behandelingen. Zowel in de stad als op Meerzorg hebben de eerste patiënten zich al gemeld, die mogen voorlopig gratis op de behandelbank.
Hopelijk kunnen we over een maandje of twee ons eerste boterhammetjes uit lokale inkomsten betalen…

Geen opmerkingen: